3.4.13

7. organische bouwkunst

thema XII
Bronkhorstsingel 7 

vrije basisschool de Zevenster

De gefacetteerde vormen en de aan een bovenhoek afgeschuinde ramen van deze antroposofische school worden door architecten Alberts & Van Huut veel toegepast. De Nederlandse architect Alberts is van mening dat kubusachtige ruimtes een mens 'hoekig' en rationeel maken. Een rechte hoek is een haakse ontmoeting van twee lijnen: ze staan lijnrecht op elkaar, de meest afstandelijke benadering. Een wat lossere opvatting, met bijvoorbeeld schuine plafonds, schuine hoeken en een wat beweeglijkere vormgeving zou de mensen vriendelijker en vrijer doen zijn. De functie van een ruimte of element wordt ook vaak beter ondersteund met beweeglijker of ronde vormen. 

antroposofische bouwkunst

De antroposofie is gebaseerd op de ideeën van Rudolf Steiner: hij gaf vanuit zijn mensbeeld onder meer impulsen tot onderwijsvernieuwing (vrije scholen), de biologisch-dynamische landbouw en formuleerde hij uitgangspunten voor organische architectuur.
Voor Steiner was het begrip metamorfose uitgangspunt bij het ontwerpen van gebouwen. Hij wilde vormen scheppen die 'innerlijk leven uitdrukken’ en nam vormprocessen als leidraad. In navolging van Goethe (Versuch die Metamorphose der Pflanzen zu erklären, 1790) deed hij onderzoek naar vormende krachten in de plantenwereld door de groei van planten nauwkeurig te bestuderen. Zoals Goethe al had gesteld, komen alle zichtbare delen van een plant (bladeren, bloemen, meeldraden, stamper) uit één basisprincipe voort. Ze vormen in de groei een opeenvolging van elementen die telkens van vorm veranderen. 

Zoals een plant zich ontwikkelt van kiem tot blad, van bloesem en vrucht, wil de antroposofische bouwkunst in ieder onderdeel hetzelfde motief laten terugkeren in steeds weer gemetamorfoseerde vormen. Ieder onderdeel komt volgens een wetmatigheid voort uit het vorige en vormt een overgang naar de volgende vorm. Pas dan kan je spreken van organische, antroposofische architectuur. Niet zozeer de uiterlijke vormen van planten worden in het ontwerp zichtbaar (zoals in de Jugendstil) - maar het ontwikkelingsprincipe van planten en de hele kosmos. 

Veel antroposofische gebouwen hebben afgeschuinde hoeken en aflopende kappen. Dat heeft een reden. Een deur bijvoorbeeld, draait aan één lange zijde en gaat meestal maar voor 2/3 open. De mens passeert op 1/3 van de breedte door de opening. Daar moet dus het hoogste punt zijn. Door het toepassen van zo'n asymmetrische vorm wordt zowel de relatie met de menselijke gestalte als de richting waarin de deur opengaat zichtbaar.

Wanneer alle onderdelen van het gebouw samenwerken, wordt het levende, ‘sprekende’ architectuur. Ontstaan uit een gemeenschap, heeft het een relatie met de omgeving - net als de materialen waarvan het gemaakt is.
Bekende gebouwen in deze energiezuinige, organische bouwwijze zijn het kantoorgebouw van de Gasunie in Groningen en de ING-bank (1984) in Amsterdam. Het is een expressionistische stroming. De basis ligt in de Jugendstil en de architectuur van de antroposofie. Eigenschappen van de antroposofische architectuur zijn een plastische vormgeving, het gebruik van natuurlijke materialen [zoals baksteen en hout], aan de natuur ontleende vormen, milieubewust bouwen en integratie met de omgeving. Er wordt onder meer gebruik gemaakt van de Gulden Snede. De vijfhoek is een veel gebruikte vorm. In de projecten wordt de reeks regenboogkleuren, dus geen zwart, grijs en wit, toegepast. In het ontwerpproces boetseren sommige architecten, soms met de opdrachtgevers, maquettes van klei, eerste schetsen worden opgezet met zacht krijt.
bron   bron  

organische bouwkunst 

In ruimere zin is organisch bouwen een architectuur die zich laat inspireren door de mens en de natuur. Een voorbeeld daarvan is de architectuur van Antoni Gaudi. De organische architectuur kwam eind 19de eeuw voort uit een zoektocht naar een eigentijdse stijl, zonder dat werd teruggegrepen op stijlkenmerken uit het verleden. Naast Antoni Gaudi en Rudolf Steiner, waren Frank Lloyd Wright en Imre Makovecz pioniers van organisch bouwen. Friedensreich Hundertwasser was de meest uitgesproken architect van de organische bouwkunst: de rechte lijn was volgens hem een door de mens bedacht dodelijk gevaar, de architectenliniaal een moordwapenHij noemde de modernistische stijl van het Bauhaus, het Nieuwe Bouwen, misdadig.
'De rechte lijn is goddeloos en immoreel. Het is geen scheppende maar een reproducerende lijn. Hierin is God evenmin aanwezig als de menselijke geest'. De moderne woningbouw noemde hij 'gevoelloos, dictatoriaal, agressief, steriel, koud, onpoëtisch, onromantisch, anoniem en gapend leeg. Een drogbeeld van functionaliteit'.
Met manifesten richtte Hundertwasser zich tot de openbaarheid, in verzet tegen de 'onmenselijkheid' van de moderne hoogbouw. Zijn 'sprookjesarchitectuur' moet in de natuur opgaan: bomen moeten uit de ramen kunnen groeien, daken zijn vaak beplant. Aan de basis van zijn ontwerpen ligt de spiraalvorm.
'Voor mij is de spiraal een symbool van het leven. Ik geloof dat de spiraal daar is waar de statische materie ophoudt en iets levendigs begint. Mijn spiraal is niet geometrisch, het is een biologische spiraal die niet kan worden nagemeten. Ze bevat uitstulpingen, obstakels en losse deeltjes in het midden en aan de randen. Mijn spiraal groeit als een plant'
Geïnspireerd door schoolgebouwen in Duitsland, werd in 2007 -naar ontwerp van Hundertwasser- bij Valkenburg een Ronald McDonaldhuis gebouwd, de Kindervallei