3.4.13

8. Moskee

thema XIII
Aan de Kennedylaan staat de Islamitische Süleymaniye Moskee. Een moskee is een islamitisch gebedshuis. Het huis van Mohammed in Medina wordt als eerste moskee beschouwd. Omdat het gebed centraal staat kunnen moskeeën sober van opzet zijn, maar meestal zijn het toch indrukwekkende gebouwen met rijke, symbolische decoratie.

Er wordt gebeden in de richting van Mekka. Eén muur in de moskee staat loodrecht op deze gebedsrichting, de qibla. De mihrab, een nis in deze muur, geeft de qibla aan. Aan de kant van de mihrab staat een minbar, een preekstoel. Vanaf de minbar wordt op vrijdag de preek gehouden als er gezamenlijk in de moskee wordt gebeden.

Traditioneel hebben mannen en vrouwen gescheiden afdelingen. Dit zou 'onreine' gedachten, die de aandacht van het gebed kunnen afleiden, voorkomen. Ook de rituele reiniging voorafgaand aan het gebed komt hieruit voort. In de Koran wordt echter niet voorgeschreven dat vrouwen en mannen gescheiden moeten bidden. In één van de oudste moskeeën in Mekka bidden mannen en vrouwen gezamenlijk.

Net als het Christendom is de Islam een monotheïstische godsdienst. Maar zijn geen sacramenten, geen priesters en geen hiërarchie. Wel neemt Abraham als aartsvader ook in de islam een centrale plaats in.

De islam is een heldere godsdienst, want zij rust op vijf ‘zuilen’, de geloofsplichten: de geloofsbelijdenis, het gebed, het geven aan de armen, het vasten tijdens de maand Ramadan en als vijfde de bedevaart naar Mekka.

De Moskee is vernoemd naar sultan Süleyman I (1494-1566) die over het Ottomaanse rijk regeerde. Hij maakte naam als rechtvaardig heerser en wetgever. Zijn bewind was tolerant: joden, christen en moslims hadden vrijheid van religie.

symboliek

Hoewel de Koran geen beeldverbod kent, worden er in de decoratie nauwelijks herkenbare, realistische afbeeldingen gebruikt. Deze terughoudendheid gaat terug op aanwijzingen van Mohammed, die beeldverering in rituelen wilde voorkomen. De beeldtaal in de moskee beperkt zich daarom tot tweedimensionale ornamenten, kalligrafie, symbolen en decoratieve motieven.

Het belangrijkste symbool van de islam is een maansikkel, vaak samen met een vijfpuntige ster. De islamitische kalender is gebaseerd op de maancyclus: de maansikkel heeft de vorm van de nieuwe maan. Met de nieuwe maan begint ook de nieuwe maand, daarom is het een symbool voor een nieuw begin, het licht na de duisternis. De vijfpuntige ster (Jupiter) verwijst naar de vijf zuilen (geloofsplichten) van de islam.

De maansikkel staat op de koepels van veel moskeeën: het is een oeroud symbool. In het Midden-Oosten was het nog een overwinningssymbool, in het Perzische (3e-7e eeuw) en het Byzantijnse Rijk (5e-15e eeuw) werd de maansikkel op kronen afgebeeld. Van politiek symbool van het Turkse Rijk is het langzamerhand een godsdienstig symbool geworden voor alle moslims. Ook in de christelijke iconografie heeft de maansikkel betekenis: niet alleen Maria, maar ook de Udense Lieve Vrouwe ter Linde wordt staande op een maansikkel afgebeeld.

Hoewel groen de traditionele kleur is van de Islam, staat de kleur blauw symbool voor alles wat geestelijk is, voor adellijkheid, reinheid, vroomheid en voor de hemel.

mathematica

De verhoudingen van de moskee zijn gebaseerd op de principes van de Islamitische mathematica.

Vanaf ca. 750 tot in de twaalfde eeuw beheerste de islamitische mathematica de wiskundige wereld, in eerste instantie vond het toepassing in de sterrenkunde en in de astrologie.

Pythagoras, die studeerde aan een Egyptische mysterieschool, doceerde al dat getallen de kern van alle bestaande dingen bevatten. Volgens Pythagoras is de kosmos geordend naar de getalsverhoudingen, hij noemde dit de 'harmonie der sferen', de muzikale opbouw van het heelal.

Voor grote Islamitische wiskundigen was zuivere wiskunde 'als zeep om het stof uit je geest weg te wassen'.


In Marokkaanse moskeeën speelt het getal vijf een belangrijke rol, het verwijst naar de vijf 'zuilen' van de Islam. Turkse moskeeën zijn daarnaast traditioneel vaak geënt op de regelmatige achthoek (octagon).


De Udense Süleymaniye Moskee is opgetrokken in eigentijdse architectuur met de kenmerkende islamitische elementen als een koepel en een minaret. Net als de kaäba in de Grote Moskee van Mekka is de gebedshal een kubusvormig gebouw, ook de Süleymanmoskee in Istanbul is naar het model van de Ka’aba gebouwd. De kubus is een van de vijf platonische lichamen, reeds beschreven door Plato, waarin o.a. twee maal het volmaakte getal vier voorkomt en symbool voor duurzaamheid. De zuilen vertegenwoordigen daar de oude beschavingen uit het pre-islamitisch tijdperk; elke zuil is namelijk samengesteld uit de overblijfselen van een andere beschaving, waaronder Egypte, Babylonië en Rome. De koepel vertegenwoordigt de Islam, die zich uit de erfenis van de mensheid uit het verleden opricht.
ontwerptekeningen
De binnenkant van de moskee symboliseert het paradijs. De fonteinen van het paradijs worden vertegenwoordigd door een waterbassin dat gebruikt wordt voor de rituele wassingen voor het gebed. Ook kunnen de vier zuilen van het bouwwerk, vier zuilen van de islam vertegenwoordigen (de vijf dagelijkse gebeden, vasten, bedevaart en liefdadigheid) en de koepel het geloof.

Bij de moskee staat een lange, smalle toren: de minaret. Vanaf een minaret wordt vijf maal per dag opgeroepen tot gebed door (de stem van) de muaddhin. Deze oproep wordt azan genoemd, en heeft in de islam dezelfde functie als kerkklokken in het christendom.
Ontwerpen voor een moskee zijn vaak traditioneel, met vertrouwde Marokkaanse, Turkse of Hindoestaanse stijlkenmerken. Dan gaat het om het verschil tussen een koepel (Turks) of een tentdak (Marokkaans) en tussen vierkante torens (Marokkaans) of ronde minaretten.
De keuzes die worden gemaakt voor de vorm, de indeling en de koepels weerspiegelen de varianten binnen het Islamitische geloof. Net als het christelijke geloof heeft de islam veel substromingen. De vormentaal laat zien welke plaats het moskeebestuur inneemt in het religieuze veld. De religieuze positie bepaalt de vorm, niet de architectonische esthetiek.
Een van de architecten die daar niet gelukkig mee is, Ergün Erkoçu, wil de overstap maken van ‘heimweearchitectuur’ naar 'een uniform en flexibel gebouw, waar religie en samenkomst centraal staan’. Want een moskee is niet alleen voor het gebed, het is ook een ontmoetingsruimte, een voorzetting van de straat. Erkoçu ontwierp in 2003 samen met Abdeluahab Hammiche een modern alternatief, dat hij de poldermoskee noemde. Het ontwerp heeft geen minaretten, maar wel een ellipsvormige koepel, een grasdak, windmolens, een foyer, winkels, een hamam, expositieruimte, film- en feestzalen, een grand café en zonneterras. Met lichtsignalen wordt er opgeroepen tot gebed.


 
Enkele begrippen uit de islamitische architectuur: Hussainia - Iwan - Kaäba - Külliye - Madrassa - Mihrab - Minaret - Minbar - Muqarnas - Qibla - Sahn - Türbe - Windvanger